"oh nee" dacht Gurbert "hoe gaat die detaillistische persoonlijkheid mij ooit kunnen helpen", maar omdat hij volledig op Supervrouw vertrouwde deed hij toch maar kort het hele verhaal. Tot zijn verbazing had Yves direct een plan klaar: Hij zou coeckie uitnodigen op een etentje, haar verleiden en dan ...
"O ja!" antwoorde Yves, Wist je dan niet dat Yves Guisez maar een pseudoniem is voor Mustapha Ali? Eigenlijk ben ik de geheime broer van Mohamed Ali."
Ondanks het feit dat het een goed plan leek zette hij het maar op een lopen richting Brasschaat waar hij hoopte de goeie uowe getrouwe Arlette er terug te vinden.
Die zat echter, zoals 200 dagen per jaar het geval is, aan de Côte d'Azur te genieten van een welverdiend pensioen en de lokale mycologische rijkdom. Omdat er in Brasschaat niet veel anders te doen is keerde hij dan maar op z'n stappen terug. Hij besloot de trein naar Antwerpen te nemen in het station Noorderkempen, ook wel Brecht-Centraal genoemd. Tevergeefs, want er stoppen helemaal nog geen treinen! Het werd avond, het werd nacht. Wandelend door de mysterieuze dorpskern van Brecht, onder de gelige gloed van de straatlantaarns, zocht hij naar onderdak. Maar helaas. Er was geen plaats in de herberg.
Hij besloot dan maar zich te verdiepen in het lokale kempische gerstennat, en een eenmanskroegentocht te ondernemen naar de abdij van Westmalle, alwaar de paterkens hem zeker onderdak zouden bieden. Zijn eerste stop was Café de Kroon, waar hij hulp kreeg uit onverwachte hoek...
__________________
Anatidaephobia: The fear that somewhere, somehow, a duck is watching you...
... Het café was overvol. Daarom schoof hij bij aan een tafeltje waar een iets oudere, struise man met halflang grijs haar en een volle grijze baard. Hij kende dat gezicht van ergens... Was het de kerstman? Nee, want hij dronk geen Coca Cola. Ja, nu wist hij het, het was Jean-Pierre Van Rossem. Zou dat niets voor Coeckie zijn? Zou hij hem kunnen helpen? Gurbert schraapte zijn stem en zei ...
"Een surplank? In de kempen?" dacht Grubert met enige ontsteltenis. Mits Grubert niet van gisteren was maar van Zichen-Zussen-Bolder,niet ver van Brussel-Halle-Vilvoorde, had hij onmiddellijk door dat hier iets niet pluis was. "Kom Pluis", zei hij tegen zijn trouwe viervoeter die hij de hele tijd totaal vergeten was," we gaan dit zaakje es uitspitten". Maar net op datzelfde moment viel er een papiertje uit de achterzak van de sexy, strakke jeans broek die van rossem droeg terwijl Grubert gadesloeg hoe zijn welgevormde, wulpse billen weg waggelden in de horizon en uit zijn leven verdwijnen.
Hij twijfelde geen moment, hij rende zo snel als hij kon om het papiertje op te pikken voordat de wind zich meester maakt over dit velletje onschuld. "Waf", zei Pluis plots en...
Dat was op zich ook al verwonderlijk, gezien de meeste konijnen niet blaffen. Grubert besloot zich er maar niet teveel van aan te trekken, omdat het toch al zo'n vreemde dag was geweest en plooide het papiertje open, was dat even een nieuwe shock:
"Ge bent zelf een jannet" stond er op het papiertje. Gurbert kon er niet meer aan uit. Het verhaal had zon vreemde wending gemaakt en de aanloop was perfect zodat wel een papiertje moest zijn met enig belang. Gurbert dacht na en dacht na en at ondertusse zijn konijn op want hij had toch wel honger. Misschien ben ik wel een jannet,dacht hij. En terstond en spontaan begon hij te huppelen richting Groenenborger waar hij even later hand in hand weer buiten kwam met F. Wuyts. Samen huppelden ze door het Middelheimpark en ze zongen liedjes van Bassie en Adriaan. Elke keer ze een vrouw tegenkwamen stopten ze, legden teamsgewijs hun slappe handjes op elkaar (gelijk zo in midde van ne kring) gooiden ze omhoog en riepen dan: jij bent toch lekker een KUTHOER. Dan wachtten ze even ter plaatse en vingen hun handen weer op die ondertussen toch wel ongeveer terug beneden waren. Ze staken ze weer op en gingen samen een Fristi drinken in t'Profke. Wat Gurbert toen deed was echter niet wat verwacht werd:
__________________
Ah we can dance if we want to, we can leave your friends behind Cause your friends don't dance and if they don't dance Well they're no friends of mine
Hij schrok wakker... Blijkbaar had hij gedroomd. Hij zat nog steeds in het café de Kroon. Waar eerder Van Rossem had gezeten, zat nu niemand meer. Uit de assenbak rees een slank sliertje rook. Plots hoorde Gurbert stilletjes naast hem: "Godverdegodverdegod". Hij keek rond en zag tenslotte dat naast hem, op de bank, een kleine replica van Van Rossem stond. Het was kabouter God. "Godver", zei hij weer, "mijn groeibes is uitgewerkt". "Hoe kan ik nu deze melkherberg omvormen tot een hoerenkast met Filipijnse kabouterwijven als ik zo klein ben?!", schreeuwde kabouter God. "Ben ik nu nog steeds aan het dromen?", vroeg Gurbert zich af. Hij kneep zichzelf in de wang en...
nee, hoor...Hij was niet aan het dromen! Kabouter God zat daar nog altijd, ondertussen druk in de weer met zijn minilaptop van 3.4 inches om postorder stante pede via http://www.lilliputer.ebay.com 3 Filippijnse hoerkabouters te bestellen, genaamd Foef, Poef en Vleeskaakjes. Jaja,beste kindertjes, soms gaat het er heftig aan toe in de "melk"herberg van Kabouter God. Kabouter God drukte op enter en plop,daar verscheen het nieuwe scherm waarop stond dat Kabouter God zijn 3 nieuwe vriendinnetjes kon afhalen aan de cursusdienst te Groeneborger.
Gruber vond dit toch een beetje raar en besloot Kabouter God te vergezellen naar de cursusdienst. Hij moest toch nog een cursus ophalen van Yves Guisez, de immer knipogende en wuivende vriendelijke prof. Volgens deze niet te onderschatten heer moest je geen details kennen uit zijn cursus 357 paginas tellende details. Kabouter God en Grubert gingen dus op pas terwijl ze welgemutst enkele aminozuursequenties fluitend opzegden die ze nog kenden van de vorige cursus van onze immer vriendelijke prof.
Groot was hun verbazing toen ze uiteindelijk aankwamen bij de cursusdienst en "Schatje" daar aantroffen. "Seg,poes, hoe ziet het mijn Filippijnse cuthoeren?" riep Kabouter God op ongehoorde toon tegen "Schatje" zodat iedereen het kon horen. Ik zonk in de grond van schaamte, temeer omdat juist op dat moment Verbelen en Blust langswandelden die fronsend opkeken. "Schatje" keek verbaasd naar dit kleine wezentje, vervolgens wierp ze een vluchtige blik op mij die al snel terugkeerde naar het pietluttige misbaksel. Ze stamelde:"....
"WHAT THE F*&^%????" riep Kabouter God op wederom brutale toon. "Dat slaagt op nix" zei hij met een sterk Antwerpes accent. Grubert dacht voor een split second dat hij nooit had verwacht dat kabouterland in Antwerpen lag, maar zijn aandacht werd al snel afgeleid naar "Schatje" die er verdwaasd bij stond, al haar moed bijeen scharrelde en stamelde:"....
"oooooooh snoepie, ik dacht dat ik je nooit meer zou zien!!!" ze neemt kabouter God in haar armen en krijgt een emotionele breakdown. Grubert met duizend vraagtekens boven zijn hoofd vroeg zich af wat dit moest voorstellen en alsof zijn gedachten werden gelezen, stond de Verhagen daar ineens en zei...
Allé Schatje, geeft mij nen Duvel, of maakt er 2 van, geeft die kutkabouter ne kleinen Duvel en ik zal het eens allemaal uitleggen! En zo geschiedde, na in 3 teugen zijn 2 Duvels te hebben opgedronken ging Gurbert dan eindelijk iets te weten komen:
ons kaboutertje hier bleek den minaar te zijn van schatje. Een minaar die in een ver verleden vervloekt was door een inboorlingen op zijn reis door Afrika. De reden daarvoor was...
dat hij de reflex van schatje om iedereen schatje te noemen had overgenomen, en dat dan ook gezegd had tegen de oerlelijke dochter van een plaatselijk stamhoofd, die had dat als een huwelijksaanzoek gezien, en stemde onmiddellijk toe, maar doordat het dus om een misverstand ging had onze kabouter zich niet verplicht gevoeld om in het huwelijk te treden met die lelijke schrok, en daarom had deze zich beledigd gevoeld. de tovenaar van het dorp, tevens de al even lelijke broer van onze prinses, had hem dan vervloekt tot het ellendige bestaan van een kabouter van ongeveer een duim groot, maar de prinses had later spijt gekregen van haar woede, en had
zei met zijn zwoele Indiana Jones stem: wees niet ongelukkig, ik zal je troosten, ik ga een vele grotere schat voor je zoeken, in Tanzania!
Onze avonturenheld hield woord en vertrok met zijn schip 'the Queen of the sea' naar Afrika, eerst de 7 wilde zeeën trotserend, dan de woeste bergen over, vervolgens dwars door de woestijn der doden om tenslotte in de jungle van Tanzania aan te komen. Met zijn goed afgerichte ratten...
die hij ondertsn al had opgegeten omdat hij vergeten was eten mee te nemen. Ging hij al slingerend van de ene liaan naar de andere op zoek naar de schat. Toen hij een papegaai tegen kwam vroeg hij...
"kunt u mij de weg wijzen naar de mannenwc's, tis nogal dringend, die ratten zijn mij ni zo goe bekomen". De papegaai vond het maar niks dat hij altijd alles moest herhalen. Eigenlijk vond hij van zichzelf dat hij eigenlijk wel Shakespeariaanse gaves bezat en zou dat wel eens willen waarmaken, maar hoe?
Midden in die Tanzaniaanse jungle, vergezeld door enkel een papegaai die nu zijn Shakespeariaanse gaven aan het beproeven was, stond Verhagen met zijn buik vol krampen te nijpen. Als er niet snel een wc langskwam zou zijn broek een mooie bruine decoratie bijkrijgen. Juist toen hij dacht dat hij het niet meer kon ophouden klonk er geritsel in de struiken. Was het een wc? Nee, het waren Aambeien! Een lokale stam van kleine bruine mensjes. Ze leken razend en kwamen met geladen kalasjnikovs aangesneld...
...aangevoerd door hun opperhoofd Ilse Loots. Ze omsingelden Ron en Gurbert, en begonnen harmonisch en ritmisch DPSIR! DPSIR! DPSIR! uit te roepen, begeleid door een grote rituele trom. "Ron.", zei Gurbert, "Ik denk dat dit het einde is van ons avontuur". Ron Verhagen, niet vies van een beetje sentimentaliteit bij tijd en stond, sprak: "...
__________________
Anatidaephobia: The fear that somewhere, somehow, a duck is watching you...
veroerden geen vin, waarop Ron, zoals beloofd, zijn broek afstak. De Aambeien snelden weg na het aanschouwen van een flink paar echte aambeien. Zelfs Gurbert moest zich vastgrijpen aan een tak om te voorkomen dat hij zo vallen. De tak brak en ...