Goed rapport voor de opleiding Biologie UA

Op 18 december publiceerde de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) het visitatierapport van de Vlaamse opleidingen Biologie. Dit rapport is opgesteld door een  internationale commissie die de verschillende universiteiten heeft bezocht en de sterke en zwakke punten van elke opleiding bekeken. Een goed visitatierapport is noodzakelijk om de opleiding te kunnen behouden (de zogenaamde accreditatie). Alle Vlaamse Biologie opleidingen werden positief beoordeeld, maar vooral de Universiteiten Antwerpen en Hasselt scoorden zeer goed. Beide instellingen halen als enige in Vlaanderen een score “excellent” voor meerdere facetten van de Bachelor opleiding, en Antwerpen is de enige die verschillende scores “excellent” behaalt voor de Master opleiding. De commissie is zeer lovend over de onderwijsvisie en het vernieuwde programma in Antwerpen, waar de opleiding consequent is opgebouwd rond drie grote leerlijnen cel/molecule – organisme – ecosysteem die doorheen het Bachelor curriculum lopen en zich verderzetten in drie afstudeerrichtingen in de Master. Zij spreekt van een “zeer mooi” en “bijzonder goed georganiseerd” programma dat zich duidelijk profileert ten opzichte van andere en aan biologie verwante opleidingen.  De visitatiecommissie is ook zeer positief over het systeem van interne kwaliteitszorg, met name de wijze waarop met feedback van studenten en met opmerkingen van vorige visitaties wordt omgegaan. Het enige aspect waarop de opleiding in Antwerpen slechts een “voldoende” haalt i.p.v. goed of excellent, is het rendement van de Bachelor in termen van slaagcijfers, wat overigens ook voor alle andere Bachelor opleidingen geldt. De visitatiecommissie apprecieert wel dat enkel de Universiteit Antwerpen hier een uitgesproken streefcijfer vooropstelt en dat nieuwe initiatieven worden genomen om de slaagkans voor bepaalde vakken in het eerste jaar te verbeteren.

 In het algemeen pleit de visitatiecommissie voor een brede biologische vorming in de Bachelor die een probleemloze aansluiting geeft op duidelijk geprofileerde afstudeerrichtingen in de Master, met belangrijke aandacht voor de voorbereiding op het beroepsleven. Dit wordt in de meeste opleidingen gerealiseerd via opties gericht op onderwijs, onderzoek of het bedrijfsleven, en dit op niveau van de Master opleiding. De commissie is geen voorstander van prespecializatie via minoren in de Bachelor, noch van een polyvalent eerste jaar binnen de wetenschappen. Uiteraard heeft de visitatiecommissie ook een reeks aanbevelingen voor de opleidingen in het algemeen en voor de UA in het bijzonder, zoals het goed bewaken van de studiebelasting en spreiding van opdrachten binnen het academiejaar, het verder uitbouwen van de internationalisering, en het nauwgezet opvolgen van het slaagpercentage en de uitval van generatiestudenten. De commissie stelt ook dat de opleiding in Antwerpen haar sterke kanten meer en beter moet uitspelen in studentenrecrutering, en de specificiteit van de opleiding Biologie beter kenbaar moet maken aan studiekiezers. Tot slot ondersteunt de commissie de verzuchting van het departement Biologie om op termijn alle onderzoeksgroepen en onderwijs op één campus te kunnen hergroeperen.

Uiteraard mag dit goede visitatierapport geen reden zijn om nu zelfgenoegzaam achterover te leunen, het moet integendeel een stimulans zijn om onze opleiding verder uit te bouwen en te laten groeien. Ongetwijfeld hebben jullie als student af en toe ook minder goede ervaringen of suggesties om dingen anders te doen. Aarzel dan niet van ons te contacteren, rechtstreeks of via jullie afgevaardigden in de Onderwijscommissie. Uiteindelijk is onze belangrijkste missie niet het behalen van een goed rapport, maar het optimaal begeleiden van onze studenten om excellente biologen te worden.