Komaan is er dan echt niemand die oplet of regelmatig een casual talkie met R.B. heeft?

Alé seg da is al zoveel en dan moogt ge zelf nog is gaan zoeken wa ge wel en niet moet kennen, plezant ze. 

De favoriete vragen van vorig jaar (die op elk examen zowel in eerste als in tweede zit weden gevraagd) kan ik u wel geven maar blijkbaar moet gulle meer dan den helf daarvaan ni meer kennen.
Wat ge wel nog moet kennen en hij 95% kans vraagt is om het bohr-effect uit te leggen en wa van die zuurstofsaturatiecurves te tekenen (vroeger kwam daar ook altijd haldane en root effect bij maar nu moet ge da ni meer kenne) en de werking van de dunne darm vroeg hij ook steeds, zeer ambetant omda da nergens echt specifiek uitgelegd staat in die cursus maar omda ge dan zo ongeveer heel da hoofdstukske moet geven. Nog belangrijk is om bij de vraag over de processen die zich afspelen in de erytociet het enzyme carbonic anhydrase te vermelden, als ge da ni vermeld zijt ge bijna zeker gebuis, hoe goed da de rest van uw examen ook mag zijn (ik spreek uit ervaring). Verder houdt hij er ook van om u de vragen in omgekeerde volgorde te doen uitleggen als da we ze gezien hebben in de les. Bv bij die erytrociet hebt ge de processen gezien ter hoogte van de weefsels en op het examen vraagt hij de processen ter hoogte van de longen. Alle reacties dus omkeren maar da mag normaal ni zo moeilijk zijn als ge da geleerd hebt.
Verder heb ik niet direct nog tips.
Veel succes allemaal en tot op het examen (hopelijk word het vorr mij dan ook 3e keer goede keer).